Doelgroepen
kinderen en jongeren (van 0 tot 18 jaar):
Deze kinderen hebben beperkte verstandelijke mogelijkheden en hun ontwikkeling verloopt over de ganse lijn beduidend trager dan normaal. Hun taal en motoriek zijn vaak gestoord. Sommige kinderen hebben ook gedragsmoeilijkheden of problemen in de omgang met leeftijdsgenootjes. Kinderen met een mentale handicap leren moeilijk nieuwe vaardigheden aan en hebben moeite met het begrijpen van verhaaltjes, opdrachten of vragen.
Groep 2 | Mentale handicap Totaal IQ < 70 (vastgesteld door een algemene intelligentie- of ontwikkelingstest) | – t/m 6j inbegrepen – t/m 18j: 432 zittingen |
Deze groep is de hoofddoelgroep van ons centrum.
De wetenschappelijke evolutie toonde aan dat autisme bestaat in verschillende gradaties en dat zelfs goed begaafde kinderen en volwassenen autisme kunnen vertonen. Sommigen kunnen uitblinken in welbepaalde vaardigheden. Het belangrijkste kenmerk van kinderen met autisme is hun bizar of vreemd gedrag. Veranderingen in hun leven of in hun omgeving kunnen leiden tot echte paniekreacties. Sommigen zijn sociaal onaangepast of sluiten zich af voor hun omgeving. Anderen zijn dan weer overdreven sociaal en een ieders vriend. Autistische kinderen hebben het bijzonder moeilijk met beeldspraak. Abstracte omschrijvingen zijn voor hen niet of moeilijk begrijpbaar. Ook een gestoorde aandacht kan kenmerkend zijn bij autisme.
Groep 3 | Pervasieve ontwikkelingsstoornissen – infantiel autisme | – t/m 6j: inbegrepen – vanaf 7j t/m 18j: |
Het gaat hier om kinderen met een ontwikkelingsachterstand op verschillende domeinen.
Gesproken taal of schoolse vaardigheden
Hier zien we kinderen met een ernstige taalontwikkelingsachterstand. Ze hebben meestal problemen met de uitspraak van klanken en woorden en een te beperkte woordenschat voor hun leeftijd. Bovendien begrijpen ze vaak niet wat hen met woorden wordt uitgelegd. Dit gebrek aan taal en de moeilijke verstaanbaarheid, vormen een hindernis in hun contacten met leeftijdsgenootjes.
Ook kinderen die moeizaam tot lezen, schrijven en/of rekenen komen (dyslexie, dysorthografie of dyscalculie), behoren tot deze groep.
Motoriek
Kinderen met motorische problemen, bijvoorbeeld DCD, hebben een achterstand in de ontwikkeling van motorische vaardigheden en moeite met het coördineren van de bewegingen, waardoor ze alledaagse taken minder makkelijk uit kunnen voeren dan leeftijdsgenoten. Ze worden vaak als “onhandig” omschreven.
Naast deze uitgesproken problematieken vertonen de meeste van bovenvermelde kinderen vaak aandachtsproblemen, gedragsproblemen, faalangst of andere emotionele problemen.
Aandacht en/of geheugen en/of executieve functies
Kinderen met aandachtsproblemen vinden het moeilijk om zich bij de zaak te houden. Hun gedachten dwalen vaak af, waardoor ze de essentie verliezen.
Geheugenproblemen kunnen zowel op korte termijn als op lange termijn voor komen.
Jongeren met problemen met executieve functies ondervinden moeilijkheden bij denkprocessen die cruciaal zijn bij het plannen van acties en het doelgericht oplossen van een probleem. Ze omvatten ondermeer het stap-voor-stap kunnen plannen, impulscontrole, onderdrukken van voor de hand liggende maar foute reacties, aanpassen van strategieën, georganiseerd kunnen zoeken en zelfmonitoring.
Psychosociaal gedrag
Het gaat om alledaagse problemen van voorbijgaande aard. Soms zijn de problemen heftiger en houden zij langer aan en wordt de aanduiding ‘psychosociale problemen’ van toepassing. Dit is een overkoepelende term voor alle vormen van psychische problemen. Onder deze problemen vallen emotionele problemen (angst, teruggetrokkenheid, depressieve gevoelens, psychosomatische klachten), alsook gedragsproblemen (agressief gedrag, onrustig gedrag en delinquent gedrag) en sociale problemen (problemen die het kind heeft in het maken en onderhouden van het contact met anderen).
Auditieve en/of visuele perceptie
Kinderen met auditieve en/of visuele perceptieproblemen hebben moeite met het vermogen om informatie, die onze verschillende zintuigen ontvangen uit de omgeving, te verwerken.
Het visuospatieel functioneren
Deze kinderen die het moeilijk hebben met ruimtelijk inzicht.
Groep 4 | Complexe ontwikkelingsstoornissen – totaal IQ minstens 70 (ind. test) – geen auditieve of visuele stoornis en/of neurologische afwijking – vaststelling ontwikkelingsstoornissen: op minstens 2 van de 6 volgende domeinen:
| 432 zittingen vanaf het begin van de multidisciplinaire revalidatie t/m 18 jaar |
Kinderen met ADHD hebben aandachts-/concentratie- en organisatieproblemen. Naast hun aandachtstekort vertonen ze vaak erg druk en impulsief gedrag. Ze hebben een onweerstaanbare drang om te bewegen, te handelen en te reageren. Daardoor worden ze door hun omgeving vaak als ‘lastig’ bestempeld. Soms worden ze zelfs gemeden door leeftijdsgenootjes. Omdat ze zich niet lang kunnen concentreren, zijn hun schoolprestaties ook vaak ondermaats.
Groep 5 | Hyperkinetische stoornissen – tekort aan aandacht | Indien gestart vóór 9j: Indien gestart na 9j: |
Bij kinderen en jongeren met een gedragsstoornis treedt ernstig negatief gedrag op (bv. normen en regels overtreden, agressie, diefstal, liegen, ongehoorzaamheid,…). Dit op regelmatige basis en in verschillende omgevingen. Hun gedrag treedt vaak al een lange tijd op en heeft een impact op hun functioneren.
Groep 12 | Gedragsstoornissen – dissociale, agressieve of provocerende gedragsstoornissen | 288 zittingen vanaf het begin van de multidisciplinaire revalidatie t/m 18 jaar |
Dit is een vermoedensdiagnose.
Groep 20 | Een ernstig ongedefinieerde pathologie bij zeer jonge kinderen | 1x 6maanden |
DOELGROEPEN
✓ ontwikkelingsstoornissen
✓ taal- en spraakstoornissen
✓ leerstoornissen
✓ hyperkinetische stoornissen
✓ gedrags- en emotionele stoornissen
✓ pervasieve ontwikkelingsstoornissen
